[26/10/2016] Vandaag heeft het WNF weer haar tweejaarlijkse ‘Living Planet Report’ uitgebracht, waarin aan de hand van trends in populaties van wilde dieren wordt getoond hoe de natuur er wereldwijd voor staat. In het huidige ‘Vroeg Antropoceen’ (het tijdperk waarin klimaat en atmosfeer significant worden beïnvloed door de mens) zijn sinds 1970 de populaties van gewervelde dieren met bijna 60% (!) afgenomen (gemeten met de ‘Living Planet Index’ voor biodiversiteit), met name als gevolg van het verlies van habitat. In Nederland bijvoorbeeld is door de intensieve landbouw het aantal weidevogels hard achteruit gegaan. Toenemende menselijke druk doet het natuurlijk kapitaal (planten, dieren, lucht, water, bodemsoorten, mineralen) sneller afnemen dan het zichzelf weer kan aanvullen. In 2012 was er een berekende biocapaciteit van 1,6 maal de huidige Aarde nodig om duurzaam in de wereldwijde menselijke consumptie te kunnen voorzien. Er worden in het rapport 9 door de mens veroorzaakte transformaties in het functioneren van het totale wereldwijde ecosysteem gedefinieerd. Nu al zijn 4 hiervan over de grenzen heen gegaan van wat als veilige manoeuvreerruimte wordt aangenomen; dat zijn de aantasting van ecosystemen en biodiversiteit (biosfeer integriteit), stikstof en fosfor invoer in de biosfeer (verstoring van biogeochemische stromen), veranderingen in landsystemen, en klimaatverandering. Maar het rapport draagt ook oplossingen aan. Er is een gezamenlijk begrip nodig van de verbintenis tussen mensheid en natuur om een veranderproces teweeg te brengen dat er voor zorgt dat alle levensvormen kunnen gedijen in het Antropoceen. Het WNF ‘One Planet perspectief’ is gekoppeld aan de ‘Sustainable Development Goals’ van de VN voor 2030, en gebaseerd op het maken van betere keuzes voor het besturen, gebruiken en delen van het natuurlijk kapitaal binnen de ecologische grenzen van de Aarde. Duurzame landbouw, bewuste voedselconsumptie, en groene energie, zijn hierbij sleutelbegrippen.